Een tijdje geleden werd ik door een vriendin uitgenodigd om deel te nemen aan een Tupperware-party.
‘Bestaan die nog?’, vroeg ik verbaasd.
‘Uiteraard’, antwoordde ze verontwaardigd en keek alsof ik van een andere planeet kwam.
Acuut klapte ik mijn kaken op elkaar. Ik wilde namelijk net voor de eer bedanken met de opmerking dat ik deze bijeenkomsten het toppunt van burgertruttigheid vind, maar het was wel duidelijk dat ik haar daarmee diep zou krenken. Gauw zocht ik naar een ander legitiem klinkend excuus, maar ze was me voor. ‘Bespaar me je zwakke smoesjes en kom gewoon voor de gezelligheid. Je hoeft écht niets te kopen.’
Voor dat argument was ik gevoelig, want ik ben zo iemand die zich verplicht voelt om na iedere demonstratie iets aan te schaffen. Zo zitten mijn kasten tjokvol knutselwerkjes van anonieme hobbyisten die hun inspanningen op braderieën tentoonstellen.
Kortom: ik was van de partij. Bij binnenkomst lagen de brochures, artikelen, hapjes en prijslijsten al klaar. Er werd namelijk ook gekookt om te visualiseren hoe een en ander werkt en te laten ervaren hoe gelukkig iedereen wordt van deze handige materialen. Er waren meerdere dames gevraagd en bij het aanschouwen van het veelbelovende keukengerei slaakten ze enthousiaste kreetjes. In dat stadium keek ik alleen nog maar geïnteresseerd naar de pen die naast onze bestellijst lag en vroeg me af of die gratis was.
Al snel kwamen de anderen op dreef. Voorwerpen werden bekeken, gretig betast en uitgeprobeerd. Enige belangstelling veinzend informeerde ik af en toe naar de prijs van een wonderartikel. Die waren niet voor de poes, maar, zo werd gezegd, op de producten zit Levenslange Garantie!! Dat wekte mijn interesse. Terwijl huwelijken met bosjes tegelijk sneuvelen, beloven deze fabrikanten levenslange trouw!
Langzaam begon er iets te kriebelen in mijn zorgcentrum. Nooit willen mijn taarten rijzen, mijn sauzen schiften consequent en soep komt bij mij uit blik. Maar nu gloorde er hoop… “YES I CAN!!!” schreeuwde ik inwendig en liet mijn scepsis vallen. Verlangend beroerde ik de ergonomisch verantwoorde garde waarmee ik het perfecte deeg en die smeuïge saus kon kloppen. Voortaan zou manlief rechtstreeks naar huis racen in plaats van een omweg te maken om nog even voor te snacken. Watertandend zou hij de oven opentrekken, benieuwd naar welke culinaire baksels mijn nieuwe hapjesvorm zou bevatten. Vol bewondering zou hij toekijken hoe ik in mijn nieuwe bloemetjesschort in mijn goed gefaciliteerde keuken jongleerde met vlijmscherpe messen mét softgrip. Ik zou hem overstelpen met gezonde smoothies, gemaakt met mijn gebruiksvriendelijke sapcentrifuge en ik zou pronken met smakelijke biologische salades, stijlvol gearrangeerd in duurzame schaaltjes.
Voor ik het wist, hoorde ik mezelf een slagroomspuit, een taartdoos én een slakom bestellen.
Gisteren kwam ik ze ineens weer tegen, tijdens een halfslachtige poging mijn rommelkast op te ruimen. Ze lagen nog altijd onaangeroerd tussen alle andere zorgvuldig bewaarde spullen die ooit hun nut hopen te bewijzen. Even twijfelde ik, maar sloot toen vastbesloten de kastdeur. Het komt niet op een jaartje. Ik heb nog levenslang de tijd…
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.