Bedankt!

Met een verliefd gevoel staar ik naar het boek dat voor me ligt. Ik pak het op en aai voorzichtig over de kaft, alsof ik bang ben dat de letters zullen verdwijnen als ik er te hard over wrijf. Ik kan nog steeds maar amper geloven dat dit mijn eigen product is.  Ieder woord van het verhaal heb ik zelf verzonnen. Alhoewel… Strikt genomen is dat niet waar. Want mijn lieve en analytisch zeer scherpe man heeft zich opgeofferd om als redacteur te dienen en heeft zeer regelmatig suggesties ter verbetering gedaan. Sommigen daarvan zijn door mij zonder protest in dankbaarheid aanvaard, maar zeker zoveel keren heb ik mijn woordkeus strijdlustig verdedigd en zijn aanwijzingen eigenwijs weggewuifd. En soms zelfs was mijn ego diep gekwetst. Maar al naar gelang het proces vorderde, leerde ik gaandeweg te begrijpen dat deze kritische kanttekeningen mijn boek alleen maar ten goede kwamen. Mijn gepijnigde zieltje leed echt geen onherstelbare schade als ik een ongezouten mening ter harte nam.

Eigenlijk moet ik dus stellen dat ik dit boek niet alleen geschreven heb. Want zonder zijn bemoeienis en niet aflatende inzet, was dit boek er in deze vorm nooit gekomen. En ook niet als mijn kinderen geen begrip op hadden kunnen brengen voor het feit dat hun mama midden in haar ‘creatieve fase’ zat, wat erop neerkwam dat ik lijfelijk in Roosendaal aanwezig was, terwijl ik in gedachten in een totaal andere wereld rondzwierf. De keren dat ze iets moesten herhalen omdat het niet tot me doordrong wat ze zeiden, zijn niet te tellen. Maar nooit namen ze me dat kwalijk, althans, niet dat ik weet. Maar ik moet eerlijk bekennen dat hun ergernis in dat geval ook volledig aan me voorbij is gegaan.

Dit boek had ik ook nooit in mijn handen kunnen houden, zonder de enthousiaste reacties van de club lezers die bereid was om mijn manuscript te lezen. Edith, Miranda, Diana, Ties, Leah, Hans, Ad en Anna, bedankt dus voor jullie feedback en jullie steun. Stuk voor stuk hebben jullie mij het vertrouwen gegeven dat ik mezelf een schrijfster mag noemen. Jullie mening, die van de lezers, vertelt mij alles wat ik moet weten om hiermee door te gaan.

Het bewandelen van mijn eigen weg, zal hobbelig zijn. Want schrijven is een andere tak van sport dan boeken verkopen. Net zoals ik liever fotografeer dan zelf op de foto te gaan, verzin ik liever verhalen dan dat ik ze aan de man moet brengen. Maar ik heb het mezelf beloofd. Na alle lovende reacties, durf ik mijn verhaal te delen met anderen. Doodeng vind ik het. Om mijn hoofd boven het maaiveld uit te steken, maakt me kwetsbaar. Het niet doen, voelt alsof ik mezelf begraaf. En dat is het laatste wat ik wil. Dus stap ik over mijn verlegenheid en angst heen en presenteer met bibberende benen, maar ook met trots mijn debuutroman: Icea, Schreeuw van de vuurvogel. Ik hoop dat iedereen die het leest net zo meegesleept wordt in het verhaal als ik. Mocht dat zo zijn, laat het mij en anderen dan vooral weten!